Waar was jij toen die overval bij de winkel op de hoek plaats vond? Dit lijkt een makkelijke vraag. Toch is het vaak lastig om zo’n vraag te beantwoorden. Vervolgens ook nog geloofwaardig overkomen is helemaal moeilijk. Uit onderzoek blijkt dat maar 2 procent van de onschuldige verdachten met een geloofwaardig alibi weet te komen.
Bewijs
Rechtspsycholoog Ricardo Nieuwkamp deed onderzoek naar alibi’s en kwam tot de conclusie dat het behoorlijk moeilijk is om met een geloofwaardig verhaal te komen. Zelfs als je onschuldig bent. Rechercheurs vinden een alibi pas echt geloofwaardig als het wordt ondersteund door duidelijk bewijs. Camerabeelden zouden bijvoorbeeld kunnen dienen als goed bewijs.
Getuige
Meestal zijn alibi’s niet zo makkelijk te bewijzen. Was je bijvoorbeeld thuis met je partner ten tijde van het delict, dan is deze partner geen hele sterke getuige en heb je dus een zwak alibi. Ook komt het vaak voor dat mensen zich vergissen of in de paniek in eerste instantie liegen, bijvoorbeeld om te verbergen dat zij bij een minnaar of minnares waren.
Stress en geheugen
Opvallend is dat door de stress van het verhoor ons geheugen behoorlijk achteruit kan gaan. Maar 30 procent van de onschuldige verdachten heeft een consequent verhaal dat niet verandert. Uiteindelijk wordt hiervan maar 2 procent ook echt serieus genomen.
Nieuwe aanpak
Nieuwkamp pleit voor een nieuwe aanpak van de politie. Zo zou de politie bij het beoordelen van een alibi ook rekening moeten houden met de manier waarop mensen reageren tijdens zo’n verhoor.