Vage criteria herkeuringen jonggehandicapten

08 mei, 2018 | Uitkeringen
9,5
Klanten vertellen

1271 beoordelingen

Jonggehandicapten met een Wajong-uitkering kunnen maar moeilijk in verweer gaan als bij een herkeuring wordt besloten hun uitkering te verlagen. De criteria die het UWV hanteert zijn te vaag en niet goed controleerbaar.

Rechtszaak

Deze kwestie kwam aan het licht toen de Wayong-aanvraag van een jongen van 19 in 2016 door het UWV werd afgewezen. De jongen ging niet akkoord met het besluit van het UWV en stapte naar de rechter. Deze stelde hem in het gelijk. De jongen heeft PDD-NOS en een laag IQ. Daarnaast heeft hij psychische klachten met agressieve uitingen. Volgens het UWV zou hij in de toekomst best kunnen werken. Hij kan wel computers gaan repareren. Een goede onderbouwing hiervan kwam er echter niet. De rechter was dan ook van mening dat de jongen niet kan voldoen aan de eisen die een werkplek aan mensen stelt. Hij kan moeilijk met mensen om gaan en heeft continu sturing, regulering, behandeling en toezicht nodig. De rechter besloot dan ook om de jongen alsnog een Wayong-uitkering toe te kennen.

Arbeidsvermogen

Dit alles is het gevolg van de nieuwe methodes van het UWV waarmee zij beoordelen of jonggehandicapten kunnen werken of niet. Hierbij wordt er gekeken naar het arbeidsvermogen van de betreffende persoon. Alleen worden er voor het begrip arbeidsvermogen wel hele vage criteria gebruikt. Er zijn geen duidelijke regels of cijfers over bijvoorbeeld de belastbaarheid. De onderbouwing blijft hierdoor vaag. Ben je het als jonggehandicapte het niet eens met het oordeel van het UWV, dan is het lastig om hier tegenin te gaan.

Criteria

Het UWV heeft vier criteria waarmee zij bekijken of iemand kan werken, maar ook deze criteria zijn vrij vaag. De betreffende criteria zijn de volgende:

  1. Hij/zij moet een taak kunnen doen
  2. Hij/zij moet basale werknemersvaardigheden hebben
  3. Hij/zij moet een uur aaneengesloten kunnen werken
  4. Hij/zij moet vier uur op een dag belastbaar zijn

Taak

Deze criteria roepen heel wat vragen op. Want wat is nou precies een taak? Kun je als je thuis kunt stofzuigen ook in de schoonmaak aan de gang? Of in de horeca als je thuis een boterham kunt smeren? Het UWV kijkt naar de dingen die de persoon in het dagelijks leven zelf goed kan doen. Maar dat is natuurlijk wel behoorlijk kort door de bocht. Het UWV onderzoekt vervolgens namelijk niet of de persoon wel lange tijd achter elkaar kan staan of met mensen om kan gaan.

Werknemersvaardigheden

Dan de werknemersvaardigheden. Wat verstaat het UWV hier onder? Hierbij gaat het erom dat iemand een opdracht kan begrijpen, onthouden en uitvoeren. Ook is het accepteren van gezag een belangrijk punt. Hoeveel je precies moet kunnen onthouden of hoe lang is niet van belang. Ook naar werktempo wordt niet gekeken.

Evaluatie

Deze criteria zijn in 2015 ingevoerd. De Vereniging van Verzekeringsartsen (NVVG) vroeg al snel om de nieuwe werkwijze te evalueren. Zij hadden behoefte aan meer meetinstrumenten, omdat zij bang waren mensen ongelijk te behandelen. Deze evaluatie kwam er nooit. Het enige wat er kwam was een overzicht van het aantal mensen dat bezwaar had aangetekend en een bijzondere opmerking van het ministerie van Sociale Zaken:”Als de wet niet uitvoerbaar was, dan waren er wel meer bezwaarzaken. Bovendien wint het UWV bijna alle rechtszaken. Er komt dus niet nog een onderzoek”.

Niet te toetsen

Het feit dat er weinig bezwaarzaken zijn komt vooral doordat de beschikking van het UWV niet te toetsen is. Het is een ongrijpbare schatting zonder onderbouwing. Daar kun je weinig tegenin brengen. Alleen door dure medische contra-expertise in te zetten kun je het tegendeel aantonen.