Het College voor de Rechten van de Mens heeft bepaald, dat de politie zich schuldig maakt aan discriminatie door een agente te verbieden een hoofddoek te dragen tijdens het werk.
Geloofsovertuiging
De agente vindt het belangrijk om ook tijdens haar werk een hoofddoek te dragen. Dit vanuit haar geloofsovertuiging. Door de politie werd dit echter niet toegestaan. De reden hiervoor was dat de organisatie onpartijdigheid moet uitstralen. De vrouw voelde zich hierdoor echter beperkt in haar vrijheid van godsdienst.
Gezagsuitstraling
Ook het college vindt een uniforme gezagsuitstraling een zwaarwegend belang, maar vindt dit in dit geval niet van toepassing. De vrouw werkte namelijk op kantoor op een afdeling waar zij nauwelijks contact heeft met burgers. Haar werkzaamheden bestaan uit het beantwoorden van de telefoon en het opnemen van aangiften via een video-verbinding. Dit laatste mag zij doen in burgerkleding en met een hoofddoek. Haar collega’s doen dit werk echter in een uniform. De vrouw wilde dit ook, maar de politie vond de combinatie uniform en hoofddoek geen goed idee.
Principe
De vrouw wilde dat het College zich over de zaak zou buigen, zodat ook andere vrouwelijke agenten hier iets aan kunnen hebben. Het College was het eens met de vrouw. Zij waren van mening dat zij in haar situatie wel haar uniform moet kunnen dragen in combinatie met een hoofddoek. De vraag is hoe de politie hier verder mee om gaat. Uitspraken van het Collega zijn namelijk niet bindend. “Het College is deskundig en gezaghebbend en daarom vraagt een reactie dan ook een goede voorbereiding. Uiteraard doet de politie dit in samenspraak met het ministerie van Justitie en Veiligheid, want de uiteindelijke bevoegdheid ligt bij de minister”, aldus de woordvoerder van de politie.