De Raad voor de rechtspraak wil het gemakkelijker maken om het verspreiden van wraakporno te bestraffen. Dit door minder hoge eisen te stellen aan het bewijs dat geleverd moet worden. Minister Grapperhaus van Veiligheid en Justitie heeft dit wetgevingsadvies gekregen over een wetsvoorstel dat ervoor moet zorgen dat wraakporno als delict wordt gezien en dus ook strafbaar is.
Niet strafbaar
Op dit moment is het verspreiden van wraakporno niet expliciet strafbaar. Wil je iemand die zich hier schuldig aan maakt kunnen bestraffen, dan kan dat momenteel alleen door terug te vallen op andere zaken zoals smaad of laster. Met de nieuwe wet wordt het verspreiden van wraakporno ook strafbaar en kan hier een gevangenisstraf opgezet worden van maximaal twee jaar.
Bewijs
Het nieuwe wetsartikel heeft een manco en dat is dat het bewijs aan hoge eisen moet voldoen. Zo moet iemand bij het bezitten of verspreiden van onrechtmatig verkregen beeldmateriaal hebben geweten dat het materiaal onrechtmatig was verkregen. Dit is lastig te bewijzen. Daarom voegt de Raad hieraan toe dat het ook voldoende is als iemand die redelijkerwijs kon vermoeden. Wordt er beeldmateriaal verspreid met de bedoeling iemand te benadelen, dan moet worden vastgesteld dat de verdachte ook echt deze bedoeling had en ook wist dat de ander door de verspreiding zou worden benadeeld. Ook moeilijk te bewijzen. Ook hier vraagt de Raad om een lichtere variant.